- DOEN wat bij je past bestaat uit verschillende elementen, puzzelstukjes
- Des te meer je werk past bij wie je bent des te meer je werkgeluk ervaart
- Des te meer je werk niet past bij wie je bent des te meer je werkellende ervaart
- DOEN wat bij je past bestaat uit verschillende bouwstenen
- De bouwstenen van DOEN wat bij je past leidt tot:
DOEN wat bij je past is de basis voor werkgeluk
DOEN wat bij je past bestaat uit verschillende elementen, puzzelstukjes
Door de puzzelstukjes te ontrafelen en voor jezelf in te vullen vind je de baan die-het-best-bij-je-past.
Des te meer je werk past bij wie je bent des te meer je werkgeluk ervaart
- Je krijgt voldoende BETAALD voor het werk dat je doet dus je ervaart zekerheid
- Je doet werk waar je GOED in bent dus je hebt zelfvertrouwen
- Je HOUDT van het werk dat je doet dus je hebt plezier
- En je haalt VOLDOENING uit je werk dus het werk geeft je betekenis, zingeving
Wanneer je doet wat bij je past en je hebt van je werk je hobby gemaakt dan is het geen straf om te moeten werken. Dan ervaar je werkgeluk, flow en voldoening.
Des te meer je werk niet past bij wie je bent des te meer je werkellende ervaart
- Je krijgt niet voldoende BETAALD dus je hebt geldzorgen
- Je hebt geen talent voor het werk, je bent er niet GOED in dus je voelt je onzeker
- Je HOUDT niet van het werk dat je doet dus je ervaart leegte
- En je haalt geen VOLDOENING uit je werk dus je voelt je nutteloos
Wanneer je werk doet dat niet bij je past dan ervaar je werkellende. Je gaat niet met plezier naar je werk. Je piekert er over en ligt er wakker van. Op maandag verlang je naar de vrijdag. Je ervaart geen werkgeluk, flow of voldoening.
DOEN wat bij je past bestaat uit verschillende bouwstenen
DOEN waar je voldoende voor BETAALD krijgt: Voldoende betaald krijgen voor het werk dat je doet betekent rijkdom. Niet het soort rijkdom dat je kan doen en laten wat je wil. Dat je kan kopen wat je wil. Het soort rijkdom waar het om gaat is dat je zekerheid hebt. Omdat je de rekeningen kan betalen. Omdat je een goed leven kan leiden.
Het ontbreken van voldoende betaald krijgen voor wat je doet geeft GELDZORGEN.
Uitsluitend focussen op voldoende en steeds meer betaald krijgen kan leiden tot gevoelens van leegte, onzekerheid en / of je nutteloos voelen.
DOEN waar je GOED in bent: Wat zijn je competenties, waar heb je talent voor, wat gaat je gemakkelijk af? Competenties bestaat uit kennis en vaardigheden. Wanneer je weet wat je talenten zijn dan is het makkelijker om jezelf te ontwikkelen en steeds beter te worden in wat je graag doet en goed kan. Zodat je je werk met zelfvertrouwen doet. Je ben er GOED in (geworden).
Het ontbreken van zelfvertrouwen geeft een gevoel van ONZEKERHEID.
Uitsluitend focussen op doen waar je goed in bent en steeds beter willen worden kan leiden tot gevoelens van leegte, je nutteloos voelen en misschien ook geldzorgen.
Ergens GOED in zijn betekent niet automatisch dat je het leuk vindt. Je kan ergens talent voor hebben en het niet leuk vinden. Bijvoorbeeld hooggeschoolde mensen die hartstikke goed zijn (geworden) in het verrichten van moeilijk denkwerk en er uiteindelijk voor kiezen om fysiek werk te doen. Omdat ze het denkwerk niet leuk vinden. Of kiezen voor een combinatie van denkwerk en fysiek werk.
Hoe weet je of je ergens talent voor hebt? Het is niet vanzelfsprekend dat je dit weet. Vaak zijn het handelingen die je gemakkelijk verricht, waar je niet erg veel moeite voor hoeft te doen om het te leren. En waarbij je de neiging kan hebben om t.a.v. andere mensen te denken ‘waarom doen ze dit nou niet gewoon goed?’ Het antwoord is dat het voor anderen wellicht niet zo vanzelfsprekend is dat dit iets is wat gemakkelijk is.
Inzicht in wat je graag doet in combinatie met je talent biedt je de mogelijkheid om jezelf verder te ontwikkelen en er keigoed in te worden.
DOEN waar je van HOUDT: Wat zijn je interesses en wat vind je leuk om te DOEN. Werkvreugde bestaat uit het doen van handelingen die je leuk vindt en een vakgebied dat je interesseert. Wanneer die beide aanwezig zijn in je werk dan ervaar je plezier in je werk. Je HOUDT van wat je doet.
Het ontbreken van plezier in je werk geeft een gevoel van LEEGTE.
Uitsluitend focussen op plezier en lol in je werk kan leiden tot je nutteloos voelen, ontbreken van zelfvertrouwen dus onzekerheid en misschien ook tot geldzorgen.
Iets leuk vinden wil niet betekenen dat je er goed in bent of dat je er talent voor hebt waardoor je er goed in kan worden. Je kan het erg leuk vinden om te zingen of te voetballen. Om daar je geld mee te verdienen heb je echter meer nodig dan dat. Een flinke portie talent, hard werken, misschien een beetje mazzel en dan nog zal het waarschijnlijk moeilijk zijn om daar goed je geld mee te verdienen. Zonder talent zal het een stuk lastiger zijn van je hobby je werk te maken.
DOEN wat je VOLDOENING geeft: Wat geeft je voldoening? Wanneer ben je trots voor jezelf of blij voor een ander? Iets goed doen geeft een gevoel van voldoening en het geeft motivatie om het meer/weer te doen. Het geeft zin aan je leven.
Het ontbreken van zingeving geeft een gevoel van NUTTELOOS zijn.
Uitsluitend focussen op voldoening, goed doen voor anderen, kan leiden tot het ontbreken van plezier dus leegte of het ontbreken van zelfvertrouwen dus onzekerheid en tot geldzorgen.
De bouwstenen van DOEN wat bij je past leidt tot:
DOEN waar je GOED in bent en waar je van HOUDT = PASSIE
Wanneer er veel overlap is tussen de activiteiten (kennis / kunde) in het blok GOED en HOUDT dan heb je het over je PASSIE. Het uitvoeren van activiteiten (kennis / kunde) waar je goed in bent en die je leuk vindt geven een vorm van flow, de tijd vliegt voorbij zonder dat je er erg in hebt. Je vindt het fijn om te doen.
Een PASSIE is iets wat je je hele leven (ongemerkt) al doet. Als hobby of voor vrienden. Het zijn handelingen die je leuk vind en niet kan laten omdat je ervan geniet.
Een aantal voorbeelden:
Je hebt een honger naar kennis. Bent vaak bezig met het opslurpen en verspreiden van kennis, thuis of op je werk. Herken je dit? Onderzoek dan waar je veel van weet of wil weten en in welke beroepen je er nog meer over kan leren. Zodat je die kennis kan inzetten in een (betaalde) baan.
Je houdt van het oplossen van raadsels en liefst steeds moeilijker. Moeilijk denkwerk verrichten past bij jou. Je bent altijd op zoek naar een oplossing. Herken je dit? Onderzoek dan of je er specifieke type raadsels zijn waar je van houdt. En of je daar meer over kan leren. Zodat je deze competentie (probleemoplossend vermogen) kan inzetten in een (betaalde) baan.
Je bent altijd aan het opruimen. Je houdt van orde en bent allergisch voor chaos. Fysieke of en/of digitale chaos. Herken je dit? Onderzoek dan in welke beroepen het hebben van orde belangrijk is. Leer daar meer over en wordt er hartstikke goed in zodat je deze vaardigheid (zorgvuldigheid) kan inzetten in een (betaalde) baan.
DOEN waar je van HOUDT en wat je VOLDOENING geeft = MISSIE
Wanneer je voldoening haalt uit activiteiten (kennis / kunde) die je graag doet dan heb je je MISSIE gevonden. Iets wat je doet omdat je er blij van wordt. Omdat je trots bent op je resultaten of omdat je er een ander blij mee maakt. Een MISSIE hebben geeft je richting. Iemand die graag bouwt / creëert zal altijd op zoek gaan naar projecten waarin dat mogelijk is. Het geeft richting voor de toekomst. Iemand die graag mensen helpt zal altijd op zoek gaan naar mensen die hulp nodig hebben. Het is als een soort doel in je leven. En het hoeft niet groot en hoogdravend te zijn, het gaat erom dat het voor jou een doel of richting is.
Een MISSIE is iets wat je je hele leven (ongemerkt) al doet. Omdat je een natuurlijk behoefte hebt iets te doen waar je voldoening uit haalt. Iets wat je een gevoel van trots geeft . Of iets dat je graag voor een ander doet.
Een voorbeeld: Je helpt vaak andere mensen of zorgt voor andere mensen. Mensen om je heen of je buren of wie dan ook. Herken je dit? Onderzoek dan in welke vorm van hulp-bieden je goed ben en hoe je dat kan inzetten in een (betaalde) baan. Helpen geeft je voldoening: je bent blij voor de ander.
Trots zijn op jezelf: Je hebt iets gedaan waar je trots op bent. Een goede daad verricht, een la opgeruimd, een mail geschreven die al een tijdje de deur uit moest, een patiënt beter gemaakt, een moeilijk probleem opgelost, een rondje hard gelopen. En ga zo maar door. Je hebt iets gedaan waardoor je blij met, en trots bent op jezelf. Dat geeft voldoening.
Bij zijn voor een ander: Je hebt iets gedaan waar je een ander blij mee hebt gemaakt. Iemand geholpen met oversteken, boodschappen gehaald voor je moeder, een klant geholpen, je collega geholpen om het werk af te handelen, geluisterd naar iemand die het moeilijk had, een mooi product verkocht waar een klant hartstikke blij mee is. En ga zo maar door. Je hebt iets gedaan waardoor je een ander blij hebt gemaakt. Je ben blij voor de ander. Dat geeft voldoening.
DOEN waar je van HOUDT en waar je voldoende voor BETAALD krijgt = ROEPING
Een ROEPING gaat over een baan waar je je toe aangetrokken voelt. Omdat deze baan elementen bevat van doen waar je GOED in bent of doen waar je van HOUDT of doen wat je VOLDOENING geeft. Het is een baan waar je over fantaseert en waarbij je het gevoel hebt dat dit soort werk je gelukkig zal maken. Het kan ook een baan zijn waarin een bepaalde behoefte wordt vervuld. Stel je verlangt naar rust, omdat je nu een hele drukke baan hebt. Je verlangt dan bijvoorbeeld naar een beroep van boswachter. Of zo. Of je verveelt je te pletter in je huidige baan en verlangt naar dynamiek, naar spanning, naar avontuur en fantaseert over een beroep als acrobaat bij Cirque du Soleil. Of zo.
Deze fantasie-banen vertellen je iets over een behoefte, een element dat voor jou belangrijk is voor je droombaan. Wanneer je de onderliggende behoefte, het verlangen, kent dan weet je dat dit een belangrijk element is van je droombaan. Een element dat aanwezig moet zijn om gelukkig te kunnen zijn in een baan-die-het-best-bij-je-past.
Een voorbeeld: jaren geleden heb ik een burn-out gehad. In die tijd fantaseerde ik regelmatig over het inpakken van mijn rugzak. De wijde wereld intrekken. Alles achter mij laten. Ik was te moe dus dat heb ik niet gedaan. Het verlangen dat bij mij sterk een rol speelde in deze fantasie is vrijheid. Vrijheid in mijn werk en in mijn leven. Daarnaast nieuwsgierigheid. Op zoek naar nieuwe dingen, nieuwe ervaringen. Toen ik later terugkeek op de periode voor mijn burn-out waren dit vooral elementen die langzaamaan in mijn baan waren verdwenen. Zonder dat ik er erg in had. Nu zijn die elementen weer terug. Zowel in mijn werk als in mijn leven. Elementen die voor mij fundamenteel aanwezig moeten zijn om (werk)gelukkig te kunnen zijn.
DOEN waar je voldoende voor betaald krijgt en waar je GOED in bent = BEROEP
Een BEROEP bestaat vaak uit één of meerdere functies: een verzameling van handelingen / taken die iemand verricht. Wanneer je goed bent in het uitvoeren van die handelingen en je krijgt er voldoende voor betaald dan is dat een beroep dat goed bij je past.
Wanneer je je passie, je missie en je roeping hebt gevonden ga je op zoek naar een beroep dat daarbij past. Des te meer elementen in een beroep aanwezig zijn des te beter het beroep bij je past. In eerste instantie is het handig om het ideale beroep samen te stellen, je droombaan te ontwerpen. Op basis van je droombaan ga je vervolgens op zoek naar realistische beroepen die daarbij passen.
Door vanuit je droombaan te zoeken naar een beroep kan je bewust keuzes maken ten aanzien van wat je wel of niet wil.
Wanneer je een beroep, of beroepen, hebt gevonden ga je op zoek naar een branche die bij jou past. Misschien valt dat samen met het beroep maar misschien ook niet. Boekhouder kan je tenslotte in meerdere branches zijn. Als astronaut of voetballer daarentegen heb je minder keus.
En als laatste is het handig om te onderzoeken of een bedrijf bij je past. Er zijn vele soorten bedrijven en verschillende manieren om naar bedrijven te kijken. Niet ieder bedrijf past bij jou. Je kan bijvoorbeeld houden van harmonie, dan is een competitieve werkomgeving niet de juiste plek. Of andersom.